De gedragsankers voor goed medezeggenschap

Het ‘Advies goede medezeggenschap’ heeft 20 gedragsankers voor goede medezeggenschap vastgelegd:

1. Medezeggenschap volgt zeggenschap

Het schoolbestuur bestuurt en draagt de wettelijke verantwoordelijkheid voor zijn besluiten. De medezeggenschapsraad denkt mee, controleert en corrigeert waar nodig. Beide partijen respecteren elkaars positie en geven elkaar de ruimte om die in te vullen.

2. We zijn elkaars relevante overlegpartners

De MR bespreekt onderwerpen met de relevante vertegenwoordiger van het schoolbestuur. De overlegpartner heeft voldoende mandaat om informatie te verstrekken, adviezen te beoordelen, alternatieven af te wegen en besluiten te nemen. De hoogste relevante gezagsdrager is aanspreekbaar voor de MR als het gaat om ontwikkelingen op de lange termijn en strategische beslissingen.

3. De toezichthouder is aanspreekbaar

De toezichthouder vervult zijn taak onafhankelijk van het schoolbestuur en houdt het halfjaarlijks gesprek met de MR over de hoofdlijnen van het beleid, het functioneren van de medezeggenschap en de prestaties van het schoolbestuur. Bij disfunctioneren van het schoolbestuur attendeert de MR de toezichthouder op de situatie.

4. De MR informeert zijn achterban

Als vertegenwoordiger van personeel, ouders en leerlingen verzorgt de MR informatie aan deze achterban over de gemaakte keuzes, uitgebrachte adviezen en genomen beslissingen. Dit gebeurt naar aanleiding van actuele ontwikkelingen en in de vorm van een jaarverslag.

5. Ieders mening telt

Waar nodig peilt de MR de mening van de schoolbevolking over actuele en zwaarwegende kwesties zodat de raad de uitslag van deze raadpleging kan betrekken bij het innemen van standpunten. Het schoolbestuur stelt bij dergelijke thema’s tijd en faciliteiten beschikbaar om zo’n raadpleging mogelijk te maken.

6. Iedereen kan meedoen

Medezeggenschap is geen zaak voor de MR alleen. De MR zoekt kennis en advies ook buiten de eigen kring. Niet-leden uit de achterban kunnen bijdragen bij incidentele klussen, advies geven of als klankbord optreden.

7. De MR ontwikkelt eigen voorstellen

De MR komt zelf met voorstellen rond kwesties waarbij het belang van een of meer groepen binnen de achterban in het geding is. De overlegpartner geeft op deze voorstellen een onderbouwde reactie. Het woord Medezeggenschapsraad, afgekort MR, bestrijkt in dit advies alle betrokken medezeggenschapsorganen, waaronder deelraden, gemeenschappelijke medezeggenschapsraden, afzonderlijke geledingen en ondersteuningsplanraden. Het woord schoolbestuur staat voor iedere variant van het bevoegd gezag. Het woord toezichthouder beschrijft alle organen die belast zijn met toezicht op het bevoegd gezag.

8. We werken samen aan draagvlak

Genomen besluiten kunnen rekenen op ondersteuning van de MR bij de uitvoering, ook als het schoolbestuur een advies niet (geheel) volgt of wanneer de MR bij een geschillenprocedure in het ongelijk is gesteld.

9. We werken professioneel

De MR zorgt ervoor dat hij wordt samengesteld via rechtsgeldige verkiezingen. Hij spant zich in om steeds voldoende gemotiveerde personeelsleden, ouders en – in het voortgezet onderwijs – leerlingen te werven om vacante plaatsen te vervullen. Het schoolbestuur ziet toe op een correcte verkiezingsprocedure op basis van het wederzijds overeengekomen medezeggenschapsreglement.

10. We maken een jaarplanning

De MR houdt jaarlijks een ambitiegesprek met de overlegpartner. Hierin komen de wederzijdse verwachtingen ten aanzien van het doel en functioneren van de medezeggenschap aan de orde. Bij het volgende ambitiegesprek evalueren de MR de afspraken en resultaten van het vorige gesprek.

11. De overlegpartner is geen adviseur

Aangezien de overlegpartner namens het schoolbestuur advies of instemming vraagt van de MR, kan hij niet tevens optreden als adviseur van de MR.

12. De MR vergadert met én zonder overlegpartner

De MR vergadert zonder overlegpartner en andere vertegenwoordigers van het schoolbestuur om voorstellen te bespreken, vragen voor te bereiden en meningen uit te wisselen. Dit noemen we de MR-vergadering. De MR vergadert met de overlegpartner om antwoorden op vragen te krijgen, informatie uit wisselen, adviezen te bespreken en een standpunt voor te bereiden. Dit noemen we de overlegvergadering. Na afronding van de besprekingen zet de MR zijn instemmings- of adviesreactie op schrift.

13. We houden ons aan de volgende spelregels voor de MR-vergadering

De MR bepaalt het verloop en de openbaarheid van de eigen vergadering. Besprekingen zijn toegankelijk voor de achterban, tenzij de raad anders besluit in het belang van een bepaald agendapunt. De overlegpartner van de raad maakt geen deel uit van de achterban.

14. We houden ons aan de volgende spelregels voor de overlegvergadering

Als gelijkwaardige gesprekspartners kunnen de MR en de overlegpartner elkaar uitnodigen voor overleg. Dit overleg kan betrekking hebben op het verstrekken van toelichting en informatie, meningsvorming en het uitwisselen van standpunten. We spreken vooraf samen de agenda af, de status van elk agendapunt en wie het voorzitterschap bekleedt. We beslissen samen over de openbaarheid van de overlegvergadering en de deelname van externe deskundigen en andere betrokkenen.

15. We informeren elkaar zo volledig mogelijk

Het schoolbestuur stuurt de MR op eigen initiatief alle informatie die de raad nodig heeft om zijn taak te vervullen. Indien de MR andere of aanvullende inlichtingen vraagt, verstrekt het schoolbestuur deze of antwoordt het met een gemotiveerde weigering. Over (tijdelijke) geheimhouding maken de MR en het schoolbestuur afspraken. De MR wint waar nodig aanvullende informatie in uit openbare bronnen, achterbanraadpleging en externe deskundigen. De MR stelt de overlegpartner op de hoogte van deze informatie, voor zover van belang voor de te maken afspraken of het te voeren beleid.

16. We zorgen voor voldoende expertise en faciliteiten

De MR-leden zorgen ervoor dat ze hun taak goed kunnen vervullen. Ze zijn op de hoogte van relevante wetten en regels, houden hun vakliteratuur bij en volgen scholing. Om dit mogelijk te maken stelt het schoolbestuur alle redelijkerwijs benodigde faciliteiten beschikbaar. De MR legt in het jaarverslag verantwoording af over de besteding van de faciliteiten.

17. We proberen er samen uit te komen

Als de MR en de overlegpartner het niet eens blijven over een bepaalde kwestie, stellen we vast dat overeenstemming uitblijft. Wanneer een van de twee zich niet bij die uitkomst kan neerleggen, kunnen we externe ondersteuning inroepen om er met deze bemiddelaar toch samen uit te komen.

18. We kunnen een geschil aan

Als de MR of de overlegpartner een beroep doet op de geschillencommissie of de Ondernemingskamer, laten we die procedure de onderlinge verhoudingen niet vertroebelen.

19. We behandelen een geschil nauwkeurig

In het belang van een goede afhandeling formuleren we het verschil van mening zo duidelijk mogelijk. We oriënteren ons op eerdere uitspraken over vergelijkbare zaken en we informeren onze achterban. We blijven tijdens de procedure openstaan voor alternatieve oplossingen en bemiddeling.

20. We zijn er voor onze school

Er kunnen zich situaties voordoen waarvoor het advies ‘goede medezeggenschap’ geen richtlijnen biedt. In dat geval handelen we naar ons beste kunnen in het belang van de hele schoolbevolking en de kwaliteit van het onderwijs.