‘Dan merk je dat er een heel ander gesprek op gang komt’
Martijn Schoonaard (49 jaar) werkt als schoolleider en stafmedewerker kwaliteit op ‘t Mulderke in Uden, een katholieke basisschool met 16 groepen. Als vertegenwoordiger van het bevoegd gezag overlegt hij met de medezeggenschapsraad. En dat doet hij anders dan de meesten.
Schoonaard: ‘Ik wil zo veel mogelijk gebruik maken van de inzichten en invalshoeken van ouders. Ik hecht heel erg veel waarde aan de dialoog in de medezeggenschap, maar dan niet op de formele manier. We overleggen zes tot acht keer per jaar. En als het nodig is, vaker. Maar het wettelijk kader is daarbij niet het uitgangspunt. Ons uitgangspunt is samen te kijken wat het beste is voor de kinderen.’
Heb je dat vastgelegd in een aangepast reglement?
‘Dat hoeft niet, want deze manier van werken past binnen het bestaande reglement. Het doel van medezeggenschap is tegenspraak organiseren. En dat doen we.’
En dat gaat in goede harmonie?
‘We zijn het niet altijd met elkaar eens, maar het gesprek verloopt altijd in een goede sfeer. Ik vind het ook mooi om ruimer te zijn met het geven van informatie, dan alleen wat past binnen de wettelijke kaders. We worstelen als schoolleiding soms met bepaalde thema’s. Dan is het fijn om daar al in een vroeg stadium over te kunnen sparren met de MR.
Vorig jaar zaten er in de oudergeleding een creatieve vormgever, een ouder met een communicatie-achtergrond en iemand die verantwoordelijk is voor change management en communicatie bij een grote bank. Ik kan heel veel leren van iemand die communicatiewetenschappen heeft gestudeerd als ik de communicatie met de ouders wil verbeteren. Die vormgever zet me met haar creatieve mindset regelmatig op een spoor waar ik nooit aan had gedacht. En die bankmanager heeft geholpen in verschillende processen. Die dynamiek is fantastisch. Ik krijg daar energie van.’
Heb je ook andere ervaringen in de medezeggenschap?
‘Wel als ik binnenkwam. Dan was er meer sprake van wij/zij-verhoudingen en werd medezeggenschap vanuit de schoolleiding soms als ballast ervaren. Dat ouders zo kritisch zijn en zo zeuren… Ik heb dat wij/zij altijd geprobeerd te kantelen naar wij, door in te zetten op luisteren. Door iemands verhaal niet af te wijzen, maar het te zien als een andere werkelijkheid waar je van kunt leren.’
Zijn er dan nog uitdagingen?
‘Je moet altijd scherp blijven op je doel als je feedback vraagt. Niet met elkaar in gesprek zijn om het gesprek, maar voor het effect of resultaat dat je wilt behalen. Dat moet je altijd met elkaar bewaken. Dat is als ouder soms lastig, als je persoonlijke betrokkenheid voelt wanneer het om jouw kind gaat. De kunst is om je eigen belang te ontstijgen en te kijken naar het belang van de hele school.’
Wat is de meerwaarde van de MR op jouw school?
‘Het is fijn dat je de MR niet alleen als klankbord hebt voor onderwijskundige zaken, maar ook voor bijvoorbeeld de verkeersveiligheid rond de school, wat bij ‘t Mulderke een thema is. Zo zijn we eens met een delegatie van de ouders op bezoek gegaan bij de wethouder. En daarbij was ik niet in lead, maar de oudergeleding. Dan merk je dat er een heel ander gesprek op gang komt.’
Is er naast luisteren nog een andere belangrijke voorwaarde?
‘Vertrouwen. Als er een nieuwe ouder bijkomt, zeg ik dat we open en eerlijk kunnen sparren over allerlei thema’s rond de school en de kinderen. Maar dat vraagt wel om vertrouwelijkheid. Ik ben open en deel van alles, maar ik vraag daarvoor wel dat wat we vrijuit bespreken binnen de kamer blijft. Die cultuur is een voorwaarde om dat loslaten mogelijk te maken.’
Heb je nog tips voor andere bestuurders?
‘Er wordt vaak veel energie gestopt in uitleggen en overtuigen. Terwijl je al schoolleiding ook kunt luisteren. En als het je dan lukt om door te vragen en waardering te hebben voor de inbreng en betrokkenheid vanuit de MR, dan kun je ver komen. Dat is uiteindelijk belangrijker dan de vraag of dat schoolplan wel of niet wordt goedgekeurd.
Neem de MR ook tijdig mee in de beleidsontwikkeling. Dat is wat anders dan ze ja of nee laten zeggen op een kant-en-klaar voorstel. Dan voel je je als medezeggenschapsraad niet serieus genomen. Je kunt ook in de ontwikkelfase aan de MR vragen wat zij in het plan terug willen zien, wat volgens hun de succesfactoren zijn en hoe zij erin betrokken willen worden. Zo krijg je een heel ander soort samenwerking.’
Kom je dan nooit lastige ouders of grote ego’s tegen?
‘Ja natuurlijk. Wat dacht jij dan? Maar ook daar begint het met luisteren. Vragen: ‘Wat kan ik voor je doen?’. En daarnaast duidelijk zijn. Als we er in de dialoog niet uitkomen, dan kunnen we altijd nog terugvallen op het reglement. Dan kijk ik naar ieders rol en verantwoordelijkheid. Waar ben jij van en waar ben ik van? Vervolgens kun je vaststellen dat je het oneens bent. En dat mag.’